Maandag 26 februari 2018, de dag waarop onze allergrootste nachtmerrie plotseling werkelijkheid werd. Een telefoontje van mijn schoonmoeder, rond 08.00 uur die ochtend, zorgde ervoor dat ons leven nooit meer hetzelfde zou zijn. “Het is Wessel, hij is koud en hij ademt niet meer” is wat ze zei. Ik sprong zo snel mogelijk uit bed om me aan te kleden om naar mijn kind toe te gaan. Ik was in staat om te bedenken dat mijn schoonzusje, die verpleegkundige is en een paar huizen verderop woonde van mijn schoonouders, misschien iets kon doen om Wessel zijn leven te redden. Dat hij op dat moment al was overleden was voor mij geen optie. Mijn vriend daarentegen verroerde zich niet. Compleet verslagen bleef hij na het telefoontje van zijn moeder op de rand van het bed zitten: “Het heeft geen zin”.
Het was een van de koudste februari maanden ooit en het was dan ook spiegelglad op de weg. Door de extreme kou vielen onze beide telefoons uit zodra we het huis verlieten. Voor mijn gevoel verloren we veel te veel kostbare tijd toen we terug moesten om opladers voor de telefoon te pakken. In de auto belde mijn vriend zijn moeder. Het enige wat ik me nog kan herinneren van dit gesprek is dat ze het woord ‘doodsoorzaak’ gebruikte. Na het verbreken van de verbinding hebben we even met de auto aan de kant van de weg gestaan om te schreeuwen en te huilen van ongeloof en vervolgens iets in onszelf aan te spreken om onze weg te kunnen vervolgen.
Aangekomen bij het huis van mijn schoonouders zagen we als eerste de hulpdiensten op het pleintje staan. Zo rustig mogelijk probeerden we naar binnen te gaan, naar ons kind. Politie agenten stonden op dat moment met tranen in hun ogen in de hal. Pas later begrepen we dat zij daar stonden om de trap te blokkeren omdat wij niet naar boven mochten. Blijkbaar is het gebruikelijk dat in een situatie waarbij een kindje op een andere plek dan thuis overlijdt, de plek als plaats delict wordt onderzocht om een misdrijf uit te sluiten. Toen de recherche was aangekomen mochten wij eindelijk naar boven om vanuit de deuropening mee te kijken. Het meest vreselijke beeld troffen we daar aan. Ons kindje, liggend op de vloer met zijn gezicht van ons weggedraaid. De plakkers geplaatst door de mensen van de ambulance nog op zijn blote bovenlijfje. Na het eerste onderzoek in de kamer moest ook zijn lichaam onderzocht worden door de forensisch arts om een natuurlijke dood te bevestigen. Hier mochten wij niet bij zijn en er werd ons verzocht terug te gaan naar beneden.
Nadat een misdrijf was uitgesloten, mochten wij eindelijk naar Wessel toe. Er was geprobeerd om hem weer netjes aan te kleden en hij was teruggelegd in het bedje. Bij het binnentreden van de kamer en een eerste blik op zijn gezicht, moest ik me omdraaien. Het knappe, boevige gezichtje van ons kindje was er niet meer; ik zag alleen de dood. Diezelfde dag nog zijn er allerlei onderzoeken uitgevoerd in het ziekenhuis om een doodsoorzaak te kunnen achterhalen. Omdat hier niets uitkwam wat de dood tot gevolg kon hebben kozen wij ervoor om Wessel de volgende dag opnieuw naar het mortuarium te brengen voor verder onderzoek. De uitslag hiervan zou nog weken op zich wachten.
Een bizarre, onvoorstelbare week volgde. Na alle onderzoeken in het ziekenhuis hebben we er alles aan gedaan om een zo mooi mogelijk afscheid te organiseren, een afscheid waar we nog nooit een seconde over na hadden gedacht. Iedere dag hadden we familie over de vloer om ons te helpen, maar ook omdat mensen niet konden geloven dat hij dood was. Hoe we het gedaan hebben, niemand weet het, maar het is ons gelukt om een ontzettend liefdevol en memorabel afscheid te organiseren.
De periode erna was verschrikkelijk. De beelden van zijn lichaam op de grond en zijn dode gezicht, spookten constant door mijn hoofd. Iedere herinnering aan Wessel werd erdoor overschaduwd. Zodra ik naar bed ging en mijn ogen sloot hoorde ik de stem van mijn schoonmoeder aan de telefoon. Ik ervaarde elke keer opnieuw de paniek en de pijn, die mijn lichaam en geest op dat moment hadden overgenomen. Iedere foto van Wessel kreeg een filter, waarbij zijn knappe gezicht mij doods aankeek. Ik droomde over hem, als overleden jongetje die constant aanwezig was bij alledaagse situaties. Zittend in zijn stoel aan tafel, draaide hij zijn gezicht naar mij toe, met die doodse blik. Slapen was een van de meest vermoeiende dagelijkse activiteiten geworden. Ik probeerde zo goed en zo kwaad als het ging te leven, maar was er eigenlijk niet toe in staat. Op de automatische piloot door blijven werken is onmenselijk als je kind net is overleden. Toch deed ik het, want het overlijden van je kind IS nu eenmaal onmenselijk, op welke manier je daar ook mee om probeert te gaan. Vier maanden na Wessel zijn dood zocht ik hulp en kwam bij een ontzettend fijne psycholoog. Mede dankzij EMDR lukte het om weer aan Wessel te denken zoals hij was, als levend jongetje. Het lukte om de stem van mijn schoonmoeder enigszins te neutraliseren. Het lukte om het gevoel om elke keer zelf te sterven als ik hem daar voor me zag op de vloer minder heftig te laten zijn. Het lukte om te kunnen kijken naar zijn foto’s en video’s zonder het filter met zijn dode gezicht erin te zien. Het lukte om te accepteren dat rouw voor altijd is. Dat Wessel voor altijd mijn allerliefste is.
Ook kregen we elke keer een beetje meer informatie vanuit het ziekenhuis over de verschillende factoren die een rol hebben gespeeld in Wessel zijn uiteindelijke overlijden. Elke keer opnieuw een puzzelstukje waar we tijd voor nodig hadden om het te laten bezinken en in het grotere geheel te plaatsen. Met name het genetische puzzelstukje, het stukje dat we als laatste kregen, had een enorme impact op onze wens om opnieuw zwanger te worden en kon ook van grote invloed zijn op de gezondheid van mijn vriend en zijn familie. Ik kan over de doodsoorzaak zeggen dat het een complexe opeenstapeling van verschillende factoren is geweest, die op zichzelf geen dodelijke afloop hoeven te hebben. Voor Wessel betekende alles bij elkaar wel een dodelijke afloop.
Inmiddels is Wessel er al bijna 28 maanden niet meer. Achtentwintig lange maanden van missen, pijn, verdriet en zoeken naar een manier van hoe nu verder. Waar we in het eerste jaar na zijn dood vooral overleefden, lijkt het nu alsof we steeds meer leven. We doen leuke dingen samen, hebben weer een kindje gekregen, Tirza, zijnverhuisd, zijn getrouwd en noem maar op. Aan de buitenkant kun je dus denken dat het steeds beter met ons gaat. Maar het tegendeel is waar. Het missen, de pijn en het verdriet worden niet minder. Hoe meer tijd er verstrijkt hoe meer pijn het doet. Hoe meer stappen wij zetten in ons leven zonder Wessel, hoe meer wij hem missen en hoe groter het verdriet aan de binnenkant. Wat er verandert is de snelheid waarmee we inmiddels kunnen schakelen tussen binnen- en buitenkant. Welke kant we wanneer willen laten zien hebben we beter in de hand. Het is iedere dag verschrikkelijk om te leven met de gedachte dat ons kind nooit meer terug komt. Het leven in twee werelden, kost veel energie. Ondertussen ook nog dealen met een maatschappij waarin het nog altijd lastig is om te praten over de dood, kost ook veel energie. Ik praat juist graag over Wessel, hoor graag zijn naam uitgesproken worden. Probeer hem nog steeds ruimte te geven in ons leven en in dat van de mensen om ons heen. Hij is en blijft mijn kind, mijn zoon, mijn allerliefste en hij hoort erbij. Ook al zal hij altijd klein blijven, hij is ook een grote broer. Ik hoop dat ik met mijn openheid over de dood van mijn zoon ruimte kan creëren voor anderen om het gesprek aan te gaan over overleden kinderen. Mensen ervan bewust te maken dat binnen- en buitenkant voor ouders van een overleden kind nooit meer hetzelfde zal zijn. Ik hoop dat mensen meer vragen durven te stellen over het kind dat is overleden, in plaats van alleen te vragen naar het overlijden zelf. Laatst werd mij een vraag gesteld waar ik over na moest denken “Wat was hij voor een jongetje?”. Het raakte me, op een fijne manier, want het gaf mij ruimte om over hem te vertellen zoals ik hem mij het liefst herinner, levend.
Reactie plaatsen
Reacties
Ik kijk met zoveel bewondering en respect naar jou powervrouw en jullie als gezin, het heeft ons enorm aangegrepen ondanks dat wij Wessel niet hebben gekend. Er gaat geen dag voorbij dat ik niet even aan hem denk. ❤️
Lieve Nelleke,
Heel puur geschreven..
Vooral het eerste deel...
Ik beleef het ook weer opnieuw...
Als een hele slechte film...
Dikke knuffel van mij...